Mats van Beelen

Tijdens mijn studie werkten we al met grote datasets: compleet, goed beschreven en helder van opzet. De locatie van de data was bekend en de opdracht duidelijk — voer de analyse goed uit en je kreeg precies de uitkomst die de professor had beoogd. Een typisch schoolvoorbeeld.

In de praktijk is dat natuurlijk anders. Daar gaat het om veel grotere hoeveelheden data, verspreid over verschillende systemen, vaak zonder eenduidige structuur.

Bij verschillende organisaties heb ik data vertaald naar inzicht en beleid. Ik heb interactieve dashboards ontwikkeld vanuit uiteenlopende databronnen, datagedreven modellen gebouwd en deze samen met IT geïmplementeerd in backoffice-systemen.

Toch blijft het opschonen en verkrijgen van betrouwbare data vaak een uitdaging. De data is er meestal wel, maar niet altijd volledig, consistent of goed beschreven. Dat kost veel tijd en beperkt de snelheid waarmee organisaties kunnen reageren. Juist daarom verdiep ik mij steeds meer in data management: hoe je data goed organiseert, borgt en toegankelijk maakt. Want hoe sneller we over de juiste informatie beschikken, hoe groter de impact van onze beslissingen.

Ik werk graag met data en praat er minstens zo graag over. Data wordt alleen maar belangrijker — sommigen noemen het niet voor niets de olie van de 21e eeuw. Modellen als ChatGPT zijn slechts zo goed als de data waarop ze zijn getraind. Foute data leiden tot foute inzichten, en in een wereld waarin beslissingen steeds vaker door AI worden ondersteund, is dat een risico dat we ons niet kunnen permitteren.